Waar zwem ik? In de Wyldemerk
In het toch al mooie Gaasterland rijd je van Balk naar Koudum. Bij de vroegere uitspanning ‘De Kippenburg’ neem je de ventweg, daarna langs de manege.
Gelukkig nergens een aanduiding, nergens borden. Je rijdt er in de kortste keren voorbij.
Veertig jaar zwem ik er. Op het bemoste bord ‘Gevaarlijk zwemwater!’ na is nergens een aanduiding dat je een van de grootste zwembaden van Nederland nadert. In het gebied liggen tal van zandgaten, omringt door ruige, bosachtige natuur.
De Wyldemerk is het grootste meer en heeft de vorm van een krakeling.
Na vijf minuten gaans bereik je in een oase van stilte – het meer met enkele eilandjes her en der.
Meestal (vooral in september als het water goed is opgewarmd) ben ik de enige zwemmer, maar bij goed weer zijn er ook wel schoolkinderen en zijn er enkele bootjes aangemeerd. Nooit zag ik er ‘badgasten’.
Geen toiletten, geen horeca, geen vlaggen, geen parkeerwachten in fluorescerende hesjes.
Snel uitkleden en te water. Maar opgepast: het water is op sommige gedeelten verraderlijk diep, een meter of acht, ijskoud en er ontstaan daar draaikolkjes. Ik weet die plekken te omzeilen.
Ooit is er iemand verdronken, maar het slachtoffer was de zwemkunst niet machtig en dat is de eerste vereiste als je daar te water gaat.
Ik begin aan mijn overtocht: twintig minuten zwemmen. Eerst de schoolslag, crawlen, rugslag en geniet ondertussen van het glooiende landschap rondom.
En dan: lust voor het oog, de libellen die laag over het water scheren, de Porsches onder de insecten.
Daar gaat de gevlekte witsnuitlibel… de glassnijder… de vroege glazenmaker.. de grote roodoogjuffer.
Want: de Wyldemerk is een libellereservaat waar 35 soorten leven.
Mocht u een duik in de Wyldemerk willen nemen dan hoop ik dat u mijn vertrouwen niet beschaamd door luidruchtigheid in uw vaandel te voeren.
Geachte lezer: dus geen radio’s… tentjes… juichpakken of vlaggen mee voeren.
Genieten van de stilte en het verlokkende water…
Het is het gebied waar in vroeger tijden (in september) het eind van de zomer werd gevierd.
Een indrukwekkende jaarmarkt met kermis-attracties, standwerkers, vuurspugers. Er werd gedanst, gezongen en ruzie gemaakt na te veel Berenburgers.
Van heinde en verre kwamen de bezoekers.. De bakkers maakten er ‘wyldemerkboltsjes’.
Natuurlijk was het een wilde markt, waar soms de emoties hoog opliepen.
Toch was de naam van de jaarmarkt niet ontstaan door de wildheid van de passanten. Het was de oude naam van het feest van de heidense wildeman. Het feest der oude heidenen heeft stand gehouden tot het begin van de vorige eeuw.
Dick Walda, juli 2014