Een werkgroep met vertegenwoordigers van verschillende clubs uit het dorp heeft een fonds opgericht om het benodigde geld bij elkaar te sparen. Vroeger, toen de Nederlands Hervormde kerk in het Gaasterlandse Sondel werd gebouwd, kwamen er nog geen constructeurs aan te pas. Op de fundamenten van een oud Godshuis verrees een schip, met erop een toren en daarin een klok en de gelovigen konen er kerken.
Pas decennia later ontdekten de dorpelingen dat het bouwwerk niet in verhouding was.
Als de klok luide trilde het gebouw. ,,Oant yn ‘e fundearring ta”, zegt Hielke Smink, voorzitter van het college van kerkrentmeesters. Dit kwam doordat het houtwerk rond de toren  door de tand des tijds was aangetast. ,,De klok koe net mear hinne en wer, it wie net fertrouwd. Oars wie de boel útinoar fallen”, vult Feike Samplonius, voorzitter van Dorpsbelang aan.

Dus moet het houtwerk er tussenuit, zo werd besloten in 1956. En toen was de toren plots 2 meter lager. Sindsdien is de kerk vanwege de ‘ingetrokken nek’ niet meer van heinde en ver te zien. Toen de kerken zich in 2010 naar aanleiding van het periodiek onderhoudsplan via de Stichting Behoud Kerkelijke Gebouwen konden aanmelden voor een opknapbeurt, besloot de protestantse gemeente Oudemirdum / Nijemirdum/ Sondel geld los te peuteren.
De vloer was aan vernieuwing toe, net als de herenbank en de preekstoel. De goten moesten hersteld en de buitenmuren hersteld.
Omdat de haan scheef hing en er water naar binnen was gelekt, moest de toren onder handen worden genomen. En als ze daar dan toch mee bezig waren, kon die dan direct wel in oude luister worden hersteld, vonden het college van kerkrentmeesters en Dorpsbelang.

Op de ledenvergadering van Dorpsbelang verklaarden op een na alle aanwezigen zich met de opknapbeurt van de toren akkoord. Voor de restauratie van het gebouw is €139,000 nodig, het Nationaal Restauratiefonds geeft €86,000. Het dorp moet de rest bijdragen. Sondel is nooit te beroerd geweest de handen uit de mouwen te steken, zo wijst de historie uit. Dorpshuis de Bining bouwden de dorpelingen zo als eigenhandig.
Door zelf veel reparatiewerk in de kerk te doen, blijft er meer geld over voor de toren. Ook niet kerkelijken zijn bereid mee te werken.
In mei moet de opknapbeurt beginnen. Later in het jaar zal de toren dan weer vanaf Urk te zien zijn.

Bron: Leeuwarder Courant
22 april 2013
Wietske Coen