Beppe vertelt
Mieke Schaap-de Jong heeft dit verhaal op papier gezet en in de feestweek Sondeler Bil op de avond van Sondelers voor Sondelers ten tonele uitgevoerd met kinderen om haar heen…
Vroeger waren er heel wat winkeltjes in Sondel.
Laten we bij Henk Schulte beginnen daar was een winkeltje en werd bewoond door Sjoerd Kramer.
Het was een grutters winkel. Dat er toen ook al concurrentie was, willen jullie misschien niet geloven. Maar van horen en zeggen zijn daar een boodschappen gehaald en dat scheelde maar liefst 7 cent bij de andere kruidenier en dat was een heel bedrag in die tijd.
Dan het huis van Auke en Trijntje. Voor de ouderen beter bekend als de winkel van Oude Eelk. Ze had niet zo’n grote voorraad. Wel kon je er alles krijgen wat met de schoonmaak had te maken zoals vim, schuurpapier, groene zeep, bezems, boenders. En wat voor de kinderen heel belangrijk was haar snoep en wel voor een hele cent een stuk drop, toverbal of toffee.
De fietsmaker woonde daar ook. Beter bekend als Siemen fietsmaker. Daar werden heel wat dorpsnieuwtjes uitgewisseld. Heel wat uurtjes werd er in de winter door de jongelui door gebracht. Het was er vaak drukker dan in de plaatselijke kroeg.
Dan gaan we een huis verder. Vroeger woonden daar twee gezinnen. Durk en Renske en Douwe en Sjoukje. De jeugd zal dit misschien niet geloven, maar het was echt zo. Toen hoefde elk nog geen eigen slaapkamer zoals nu maar de kinderen werden evengoed allemaal groot. En nu hebben Douwe en Sjoukje het hele huis voor hun alleen.
We gaan een deur verder. Weer een twee gezinswoning. Hier woonde Here en Mien en Mink en Wiep. Mink was de peterolie boer van het dorp. Toen kon je echt niet buiten peterolie anders kwam er geen eten op tafel. Nu word het alleen nog gebruikt voor hier en daar een olielamp, maar vroeger was het van levensbelang. Het huis word nu bewoond door Melle en Uilkje en Folkert en Petra.
Dan komen we bij de kroeg (vroeger ook nog Bakkerij)Vaak hadden de eigenaren twee beroepen vrij modern voor die tijd. De bekendste was toch voor ons wel dikke Pieter. Pieter was een gemoedelijk man daarom was het er ook goed toeven. Bij de winterdag mocht Pieter altijd het eerst over de vaart of het ijs kon houden dan konden de kinderen gaan schaatsen kroeg verleden tijd. Nu bewoond door Kees en Margje.
Dan gaan we de bocht om en de Lemsterdyk in op naar het swaaigat heeft vele tijdelijke bewoners gekend. Daar lagen in de winter altijd twee turfschippers en dat waren Rein en Feikje en Anne Feenstra dan had je daar ook nog de opslag voor de timmerman grint en scherp-zand.
Bij de zomer stonden er ook vaak ‘merke weinen’. Voor ons de bekendste Jan en Bertus van Houten, maar helaas verdwenen. Het Swaaigat en de vaart zijn weg. Nu wonen daar Feike en Joke en Maarten en Sjoeke. De Boerderij van Hindrik van Bokke past wel in het dorp. Geeft een vertrouwd beeld, je moet er niet aan denken dat zoiets moest verdwijnen. Vroeger stonden er dikke bomen erom heen.
Er zijn met de jaren wel wat van verdwenen, maar de oude boerderij is behouden – gelukkig maar -. Hij word nog steeds bewoond door de Fam. de Boer. Het huis van Harmen en Corrie heeft er niet altijd gestaan. Voorheen was het een kale plek. Een jaar of 37 geleden heeft Egge vd Veen daar zijn huis gebouwd. Durk en Annie hebben er ook nog gewoond maar die zijn een eindje verder op gaan wonen. Weer naar het oude huis van Heit en Mem.
Dan krijgen we het oude timmermanshuis met de timmerschuur. Vroeger woonde daar de oude timmerman Harmen en Hinke. Later werd het bewoond door Durk en Aaf. Nu door Frans en Klaske en hun kroost.
Op naar de derde winkel die vroeger behoorde tot de Fam. Beuckens. Dat was de vader van de schrijfster Ypk van de Veen. Toen ging het over op de Fam. Pieter Boomsma. Heel lang hebben die er in gewoond. De Laatste uit de rij was Appie. Ons allen bekend. Nu word het al weer een paar jaar bewoond door Henk en Yneke.
Dan krijgen we het oude huis van Willem en Bet dat waren de ouders van Wiebe de Vries veel is er aan het oude huis veranderd en word thans bewoond door Wouter en Trijn. Johan en Gre wonen in het oude schoolhuis. Tot 1921 werd het bewoond door het schoolhoofd van de staatsschool. Met de komst van de nieuwe Kristelijke Skoalle was het afgelopen en konden de staatsscholen het schoolhuis wel verdwijnen.
Homme en Froukje hebben daar niet altijd gewoond. Vroeger was dat de oude Staatsschool. Maar met de komst van de nieuwe kon de oude wel verdwijnen en werd omgebouwd tot smederij en hoefsmid. Sjoerd Riemersma was de eerste smid. Later heeft Homme het van zijn Vader overgenomen. Woont er nog steeds maar is smid in ruste.
Dan gaan we naar de Sitadel en wie vonden we daar op het eind: de Scheerbaas. Beter bekend onder de ouderen als Jan Scheer. Tegenwoordig wonen daar Foppe en Lolkje. Zouden we daar nu ook nog heen kunnen gaan om ons te laten knippen en scheren? We kunnen het altijd een keer proberen.
Nu de Oude Norde. Om de oude lantaarnpaal is menig afspraakje gemaakt. Hier kwamen in het weekend de jongeren altijd bij elkaar om hun avonturen uit te wisselen.
Dan het huis van Tjeerd en Geeske, de oude bakker van het dorp. Daar hebben door de jaren heen heel wat mensen gewoond. Meestal ouderen maar nu wordt het bewoond door een jong stel: Nelly en Lieuwe. Misschien in de toekomst word daar ook eens een kleintje geboren. Dat zou dan in mijn herinnering de eerste zijn.
Nu het huisje van Meine en Klaske ( wie kende ze niet ). Vooral de jongeren van toen menige oudjaarsavond hebben ze van zich spreken. Als ze dit horen dan komen de schelmstreken van toen wel weer boven en gaan de oortjes opnieuw weer gloeien. Nu woont Epkje hier met de kinderen.
Ook de boerderij van Otte Liesbeth geeft nog dat oude vertrouwde beeld van vroeger dat er nog van Sondel is overgebleven. Als je in vroegere dagen had geleefd had je een mooi overzicht over het Bil want dat speelde zicht in die tijd hier helemaal af. Thans bewoon door Wiebe-Cor
De oude basje zijn verdwenen menig uurtje werd hier door de jeugd zoet gebracht. Het was een heerlijke speelplaats je kon er van alles spelen van rovertje tot heit en memke. Stiekem werden hier de eerste sigaretjes gerookt.
Dan krijgen we de oude terp. Bij de zomer werden er de oranjefeesten gevierd, dan hadden we ook vaak een optocht maar dat is nu met het huidige verkeer niet meer mogelijk. Bij de winter als er genoeg sneeuw lag kon je er heel fijn sleetje glijden en heel veel plezier maken, maar helaas is alles verleden tijd. Begin zestig werd hier de Piekeskoalle gebouwd en toen was het met de terp gebeurd. Enkele jaren later kwamen er nog eens 8 huizen te staan. Toch is de terp een vruchtbaar stukje grond geweest.
Vaak heb ik wel een gezegd: er is in heel vroegere jaren vast een monniken klooster geweest, want er zijn tot noch toe alleen nog maar jongens geboren. Dat geeft je toch aan het denken.
De oude Piekeskoalle is ook verdwenen. Op dat plek staat nu het huis van Sjoerd en Anneke.
Maar al met al is het toch wel een gezellige buurt. Dit werd u gebracht door de buurt Jacobus Boomsmastraat 2 (Groen). De mensen van nu brachten wat herinneringen van toen.
Mar langs de alde dyk troch Sondel. Sjoch ik die alde beammen stean.
Mar dat is alle gear ferlinne. Die tyd komt nea werom.
Geschreven door Mieke Schaap-de Jong – 2003
1938 – 2016