Duitse kamp Eisbär

Duitse kamp Eisbär

In de winter van 1941-1942 word begonnen met het bouwen van enige houten barakken op een hoog gelegen terrein even ten westen van het dorp Sondel in de Gemeente Gaasterland. Behalve de barakken werden er ook twee zogenaamde afluisterapparaten(1 grote en 1 kleine), een kleine zendinstallatie en een stoorzender, gemonteerd.

Na ongeveer een jaar werden de houten barakken vervangen door stenen gebouwen, die allen bovengronds stonden. De capaciteit van het kamp werd vergroot, door de installatie van 2 grotere luisterapparaten.
Toen de Duitsers zagen aankomen, dat de R.A.F. Heer en Meester in het luchtruim zou worden en de Luftwaffe dus de handen vol zou krijgen en zich dus op verdediging moest instellen, besloten zij door middel van dit kamp, het verdedigingssysteem van “der Heimat”, zo goed mogelijk op te bouwen. Dit kamp moest dus uitgebreid worden. In de winter van 1943 -1944 vond de 2deverbouwing plaats.

Een Würzburg Riese antenne digitaal herplaatst achter het Kamp

In plaats van de bovengrondse gebouwen, die dienst deden voor de administratie , als garage, enz. de bunkers dienden als verblijfplaatsen der officieren en manschappen, benevens een aantal, voor de “vrouwen”, die bij de Luftwaffe in dienst waren.(telefonisten).

Behalve de luisterapparaten , kwamen er stellingen voor het 2 cm luchtdoelgeschut en een raamantenne voor de zendinstallatie. Enige stenen gebouwen bleven bestaan, wc, het hulpziekenhuis, dat was voorzien van douche-cellen, ontsmettingskamer,enz. in het kort wordt gemeld, dat de officieren verblijfplaatsen voorzien waren van vaste wastafels, die aangesloten waren op de elektrische pompinstallatie van het kamp. In andere bunkers waren zuiverings tanks voor het drinkwater. Het gehele kamp was beveiligd door een dubbele prikkeldraadversperring, éénmansapparaten, mitrailleursnesten en enige stukken 2 cm luchtdoelgeschut. De camouflage bestond uit honderden meters gaas, over de ruimten tussen de bunkers gespannen, bedekt met diverse camouflagestoffen. Alle gebouwen en camouflage materiaal was groen gekleurd.

Tot het laatst toe werd hier aan het kamp gebouwd, verbouwd en afgebroken. Naar het schijnt was het de “heren” nooit naar de zin.

Doel van het kamp

Zoals reeds gemeld is, werd dit kmap uitgebreid en verbeterd toen de R.A.F.  machtig werd. Het fungeerde als een vooruit  gestoken voelhoorn van de Luftwaffe.

Door de toenemende bombardementen op de vliegtuigindustrie en olie-centra, konden de Duitsers niet meer over het gehele rijk zijn jagers dag en nacht laten verkennen. Zij gingen over om de jager-eenheden te concentreren  in de verschillende Gauwen, waarin Duitsland verdeeld was, wat een aanzienlijke besparing gaf aan motorbrandstoffen en materiaal.

Een cirkel (straal 40 km) geeft de nachtjagersector aan van radarpeil 'Eisbär' te Sondel, dat operationeel is vanaf februari 1942. Met * zijn de overige radarpeilsations in dit gebied aangegeven.

Wanneer nu geallieerde vliegtuigen in aantocht waren en deze kwamen binnen een straal van 100 km, met dit kamp als middelpunt, dan wezen de luisterapparaten reeds de richting en hoogte der vliegtuigen aan. De werking komt hier op neer, dat de geluidstrillingen op het uiterst gevoelige luisterapparaat werd opgevangen en overgebracht op een glazen plaat, die de kaart van Nederland voorstelde. Andere instrumenten wezen de hoogte aan, die de vliegtuigen ongeveer hadden.(Door het opblazen van deze apparaten is er bij ons niet veel van bekend)

 

Deze gegevens werden doorgegeven aan de centrale post der Lufwaffe in Duitsland, die op haar beurt weer opdracht gaf aan de basis der jagers, over welk rayon de bommenwerpers vermoedelijk zouden kunnen komen. Zo was het niet nodig om de gehele dag en nacht jagers boven het grensgebied te houden. Dit kamp gaf zelf de gegevens door aan de omliggende stellingen van het zwaardere luchtdoelgeschut. Het lichte afweergeschut van het kamp kwam zelden in actie.

De overbekende en meermalen daags voorkomende “Luftlagemeldungen”, vonden hun oorsprong in dit soort kampen. In de winter van 1943 – 1944 begon de R.A.F. met het uitgooien van zilverlinten van verschillende lengten en breedten. Deze veroorzaakten storingen in de ontvangst, zodat de apparaten vanaf die tijd nutteloos werden.
Toen in april 1945 de bevrijdende Canadezen Friesland naderden en binnenrukten, werd de N.S.B. in Friesland te wapen geroepen, die opdracht kreeg om verschillende daden van sabotage te verrichten en in actie te treden. Het werd de “heren” Duitsers steeds benauwder om het hart, dat teruggevoerd werd tot een hazehart. Daar zij, naar eigen indirecte uitlatingen, bang waren voor die ”verdamte friesche Partisanen”, kozen zij het hazenpad, in de richting Lemmer, om zo nog te proberen in Holland te komen.

Voordat zij vertrokken werden eerst de voornaamste installaties opgeblazen, waaronder de beide luisterapparaten, de raamantenne, de bunker van de centralepost op het kamp, en enkele kleinere bunkers. Al gauw bezette de N.S.B. het kamp.

Hier treffen wij een onbeschrijfelijke chaos aan, waaruit we konden opmaken de levenswijze van het “Herrn Volk”en de overhaaste vlucht.
Als voorbeelden moge dienen,dat het eten nog op de tafels stond en een onnoemelijk aantal persoonlijke eigendommen waren achter gelaten, waaronder, koffers, kleding, dagelijkse gebruiksvoorwerpen, enz. Dit alles lag in de grootste wanorde in de bunkers. De chaos werd vergroot, doordat hier en daar nog een handgranaat in de bunker was geworpen.

Ettelijke radio’s, schrijfmachines en accordeons werden in vernielde staat aangetroffen. Op een vernielde schrijfmachine was duidelijk een voetindruk te zien.  Het bleek ons, dat in de bunkers (nachtverblijven) der manschappen de “mannen “en “vrouwen” gezamenlijk slaapplaatsen hadden, door de namen en de rangen die op verschillende kribben voorkwamen.

Diverse trucbommen werden ontdekt en onschadelijk gemaakt, dankzij een korporaal van de voormalige Nederlandse Genie, die hier als Kampcommandant fungeerde.

In een dieselmotor, voor het opwekken van stroom, vonden wij een trucbom van 3 kg. springstof. Deze was goed verborgen geplaatst en met een zelfontsteker verbonden aan het vliegwiel, zodat bij het aanslaan van de motor, op het delfde ogenblik de bom tot ontploffing gekomen zou zijn. Dit is één van de vele voorbeelden, die wij kunnen opnoemen. Op de meeste onmogelijke plaatsen werden er trucbommen ontdekt.
Dadelijk na de bezetting van het kamp, begonnen wij met behulp van burger werkkrachten, enige orde te scheppen en een aantal bunkers gereed te maken voor de ontvangst van de N.S.B.ers, die langzaam in aantal vermeerderden. Deze mogen nu de rommel door hun kameraden achter gelaten opruimen, herstellen en verbeteren, waarmede zij helpen aan de opbouw van hun “woonplaats” voor de eerste jaren. Tot slot enige bijzonderheden.

In Mei 1942 werd dit kamp, in opdracht van de illegaliteit door een ondergrondse werker in kaart gebracht en aan de R.A.F. doorgegeven.
De kosten, die hier besteed zijn, bedragen naar schatting Fl. 10.000.000 en het werk werd uitgevoerd door een Nederlandse aannemer, die momenteel veilig opgeborgen zit. 

Luchtfoto van Kamp 'Eisbär' van 6 november 1944

De kosten van een luisterapparaat bedragen, eveneens naar schatting ongeveer Fl. 500.000 per stuk.
De R.A.F. beschoot het kamp slechts éénmaal.
De districtcommandant verzocht daarop de R.A.F. dit kamp te sparen.
Nadat gebleken was het nutteloze van de apparaten, door het uitgooien van ‘zilverlinten’.
Aan dit verzoek werd voldaan.

Sondel 15 juni 1945

(handtekening onleesbaar)