Een halve eeuw Amsterdam-Sondel
Het afgelopen jaar werden veel Nederlanders direct of indirect geconfronteerd met Corona. In Amsterdam overleden tal van mensen aan de gevolgen waardoor het ons verstandig leek de drukke en overvolle stad te mijden. Gelukkig is er nu een vaccin.
In het voorjaar van 1971 kocht ik het onderkomen van de familie Jongsma aan de Delbuursterweg, een huis dat in opdracht van de grootvader van Bouwe Dooper in 1911 was gebouwd. Het gezin (6 personen) leefde er tot de jaren zestig.
Ik maakte spoedig kennis met talrijke bewoners van Sondel.
Smid Riemersma was een aardige, zwijgzame man die altijd vergat de rekening te sturen als hij nieuwe dakgoten had geïnstalleerd.
Tot mijn verbazing waren Riemersma en zijn vrouw enthousiaste motorrijders die tijdens vakanties naar Frankrijk reden en mij daar uitgebreid verslag van deden.
En verder was er het winkeltje van Appie, een aller charmantste man die de ongelijke strijd met de supermarkten verloor.
Om dat Appie geen vervoersmogelijkheden had wierp hij zich op als gids voor Gaasterland en beloofde mij de fraaiste plekjes van het gebied te laten zien.
Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen te melden dat ik Gaasterland op mijn duimpje kende door de talloze fietstochten die ik met mijn grootouders (afkomstig uit Lemmer) in mijn jeugd had gemaakt.
Ik trachtte zo vaak als het mogelijk was naar Sondel te rijden. Door mijn werk (ik ben schrijver en werkte veel voor de televisie) was dat niet altijd mogelijk maar toch pendelde ik bijna wekelijks tussen het drukke, toen al overvolle Amsterdam en Sondel.
Uitkijkend over de weilanden van de familie Dooper schreef ik menig televisiefilm waarvan er een zich helemaal afspeelt in Gaasterland.
De hoofdrol werd gespeeld door Monique van der Ven.
Mijn relatie met de Sondelse buren is altijd uitstekend geweest: Harmen Thibaudier, baronesse Cea van Heeckeren, de familie Dooper, de familie Albada, Lense, Renate en Tiese.
Met Harmen had ik veel consideratie, ondanks zijn vaak wispelturige en onvoorspelbare reacties.
De man had een zwaar en moeilijk leven. Werkte nog met drie paarden en huurde af en toe Inne de Vries in om dat die beschikte over een trekker.
Toen de ouders van Harmen naar een verzorgingshuis in Joure verhuisden bracht ik Harmen zondags naar zijn ouders toe. Hij had geen vervoer, alleen een (kapotte) bromfiets.
Bouwe Dooper liet (ruim tien jaar geleden) zijn boerderij voor een vermogen verbouwen. Trots toonde hij ons zijn prachtige bezit. Niet veel later brandde de gerestaureerde boerderij tot de grond toe af na dat het pand op een zaterdagnacht in de fik werd gestoken.
In totaal werden er toen in korte tijd dertien branden op en rondom de Delbuursterweg gesticht, allemaal aangestoken op zaterdagnacht.
Al spoedig werd een verdachte aangehouden, iemand die eerder drie keer bij mij had ingebroken en alle locaties in de buurt op zijn duimpje kende. Meneer werd voor de inbraken door een jeugdrechter tot een taakstraf veroordeeld.
Hij zette mijn vloer onder water en sneed met een mes de leren fauteuils open en scheurde mijn woordenboeken uit elkaar. Duidelijk iemand met een gestoorde geest. De inbraken veroorzaakten wonden, vooral door het gewelddadig gedrag van de dader zoals de rechtbank vaststelde.
Er werd (helaas) nooit wettig en overtuigend bewijs tegen de brandstichter gevonden maar tot op de dag van vandaag staat hij in politiedossiers geregistreerd als verdachte van dertien branden.
In soortgelijke gevallen krijgt zo’n pyromaan levenslange gevangenisstraf.
Bouwe Dooper bood ik na de fatale brand mijn onderkomen aan waar hij zes weken woonde, het was immers de plek het dichtst bij zijn vee.
Later huurde hij een caravan en werd er een nieuwe boerderij gebouwd.
Al die jaren bleef ik in Amsterdam en Sondel wonen en denk uiteindelijk definitief te kiezen voor Sondel. Amsterdam werd (niet alleen door de miljoenen toeristen) een stad waar in alle opzichten krapte troef is en steeds meer delen onbereikbaar en onbewoonbaar zijn. Avondje parkeren en je bent tientallen euro’s kwijt.
De toekomst van de hoofdstad staat er niet rooskleurig voor. Veel kades en de 824 bruggen hebben achterstallig onderhoud en bij de universiteit is een complete kade weggespoeld. De herstelwerkzaamheden nemen jaren in beslag waardoor een groot deel van Amsterdam onbereikbaar wordt. Gevolg: chaos, verkeersruzies en overal afsluitingen. Een mens wordt er niet vrolijker van en het is beter voor je gemoedsrust weg te blijven van die heksenketel…
Dick Walda, april 2021