Enkele herinneringen aan buurman Durk Dooper

Enkele herinneringen aan buurman Durk Dooper

Buurman Dooper bezocht tijdens zijn leven 44 keer nachtelijk Amsterdam. Dat kwam zo. Dooper hechtte aan de traditie van het roomse geloof.  Zo nam hij elk jaar deel aan de Stille Omgang, een processie ter herdenking van het hostiewonder uit 1345.
De processie wordt elk jaar in een nacht van zaterdag op zondag in Maart gelopen door de oude binnenstad van Amsterdam om het mirakel van destijds te herdenken.

Katholieken uit heel Nederland lopen elk jaar de processie, waarbij geen woord wordt gesproken.
De tocht voert langs de vroegere grenzen van de stad, dwars door de hoerenbuurt met hun talrijke cafés en dames van plezier. Aan de Stille Omgang nemen duizenden pelgrims – waaronder ooit Durk Dooper –deel.
Het gemeente bestuur vraagt elk jaar aan de eigenaren van cafés en bordelen om gordijnen te sluiten en muziek te beperken. Niet iedereen houdt zich aan dit verzoek. Het gebeurd vaak dat de zwijgende stoet werd geconfronteerd 
met schaars geklede dames, vrijpostig zittend in hun rode kamers.
Diep in de nacht keerde Durk Dooper en andere gelovigen uit Gaasterland terug.
In de bus werd pruimenjenever geschonken om weer wat warm te worden.
Daarna naar de boerderij, net op tijd om te melken.

Durk Dooper
Durk Dooper op de fiets door het Heechpaed

Bremer Wildernis

Ik herinner me een mooie voorjaarsavond in de Bremer Wildernis waar ik graag kom. Op een gegeven moment zag ik Durk en Bouwe Dooper aan komen lopen met een merrie. Het was – de zon scheen nog tussen de bomen – een schitterend schouwspel.
We spraken even met elkaar en het bleek dat vader en zoon onderweg waren naar Bertus Altena die beschikte over indinanen-hengsten. De merrie zou die avond worden gedekt. Plotseling versnelde het paard zijn pas en ging in galop door de Bremer Wildernis. De Doopers moesten alle zeilen bijzetten om de merrie in toom te houden. Het was een prachtig gezicht in de verder uitgestorven Bremer Wildernis.

Boerderij Durk Dooper
Boerderij van Familie Dooper aan de Delbuurstewerweg. 1994

Reepje land

Toen Harmen Thibaudier naar Balk vertrok om daar van zijn laatste jaren te genieten bood hij mij het land tussen zijn boerderij en mijn huis te kopen. Ik had recht van reed, dus niet echt belang bij verwerwing.
Appie Faber trad op als zaakwaarnemer en drong er bij mij op aan te profiteren van het buitenkansje.
Hij liep met grote stappen over het strookje land, maakte notities in een miniscuul boekje en zei: ‘Omdat jij het bent mag je het kopen voor 15.000 gulden kopen. En dan krijg je er gratis en voor niks drie fruitboompjes bij.’

Ik had duidelijk de indruk dat Faber mij met boter en suiker wilde inpakken, er van uitgaande dat ik niet op de hoogte was van de toen geldende grondprijs. Ik hield een slag om de arm en raadpleegde Durk Dooper. Die liep eveneens metend met grote stappen door het land en moest lachen om de prijs die Faber durfde vragen.
‘Nooit en te nimmer doen. Faber vraagt vijf keer te veel. En bovendien: in je koopcontract staat dat je recht van overpad hebt.’
Ik luisterde naar Dooper en besloot niet tot koop over te gaan, tot ergernis van Faber aan wie ik niet vertelde wie mijn raadgever was. Uiteindelijk kocht ik het reepje land toch. Van buurman Albada die een vriendenprijs verlangde.

Catastrofe


Godzijgedankt is Durk Dooper de tweede ramp die zich aan de Delbuursterweg voltrok bespaard gebleven. De boerderij waarop hij zo trots was en zij hele leven had gewoond werd door een pyromaan (uitstekend op de hoogte van de locatie) in brand gestoken.
Er bleef niets van de boerderij over en de dader ontliep een straf van vele jaren gevangenis door gebrek aan voldoende bewijslast, tot grote woede van de kinderen van Durk Dooper en steller dezes.

Laatste jaren

Ondanks het grote verdriet dat Durk Dooper trof bleef hij altijd een fleurig en goedgehumeurd mens met veel belangstelling voor het wereldgebeuren.
Hij reisde graag, was in Amerika en het Midden Oosten, Australië.
Nadat ik hem attent maakte op Siberië (een gebied 350 keer zo groot is als Nederland en waarover ik een boek publiceerde) trok hij de stoute schoenen aan en reisde met zoon Hessel per Transsiberië-express dwars door Siberië.   

Durk Dooper
Durk Dooper bij de kalveren. 1995

Zelfs – al ernstig ziek – maakte hij nog een reis naar het Midden-Oosten om een zoon te bezoeken. ‘Mijn eigen bloed draagt me de kerk uit,’ zei Dooper toen ik hem voor de allerlaatste keer bezocht.
En zulks gebeurde. Na een indrukwekkende dienst droegen zijn vier zonen hem de kerk uit. De pastoor sprak over de laatste reis die Dooper zou maken.
‘Daar waar broeder Dooper heen reist is geen zon en geen maan. Daar zal God ons verlichten. Daar zullen alle gezichten vol heerlijkheid staan.’ Drie jongetjes in witte jurken liepen voor de kist uit toen de zoons hun vader naar het kerkhof brachten. Een van de jongetjes droeg een purper gekleurd vaandel met daarop in gouden letters: ‘Naar Jeruzalem’ geborduurd.
Het was die dag ijskoud. Een indrukwekkende  gebeurtenis.

Tenslotte: ik mis het aangenaam gezelschap van Durk Dooper tot aan de dag vandaag.
We spraken af dat ik hem Amsterdam bij dag zou laten zien. We zouden een rondvaart door de grachten maken en eten op één van de mooiste plekken van de stad waar hij in totaal 44 keer bij nacht en ontij was.
Het bezoek is tot mijn spijt niet door gegaan.

Dick Walda
juni 2011