Hoe kwam ik ooit in Gaasterland terecht?
Bericht van een Amsterdammer:
Tijdens de hongerwinter van 1944 (er was in Amsterdam nauwelijks nog voedsel) zette mijn moeder me op het stoomschip Jan Nieveen dat zijn laatste tocht tijdens de oorlog maakte naar Lemmer, een vissersplaats met meer dan 100 schepen.
Ik mocht bij mijn grootouders wonen. Mijn grootvader was belangenbehartiger van de vissers, een vakbond bestond niet. Vanuit Lemmer maakten we tochtjes en kwamen zo in Gaasterland terecht.
Bossen… meren… de Zuiderzee, weilanden zo ver het oog reikt. Paradijs voor een stadskind uit een overvolle stad. Het was kennismaking met een totaal andere wereld…
Mijn grootouders hadden een kostganger (vroeger heette zo iemand commensaal) in huis. Berend werkte als arbeider in de Noordoostpolder, zes dagen per week. De man was zo eenzaam dat hij zichzelf brieven schreef. Mijn grootmoeder kende zijn handschrift.
‘Berend, er is vandaag weer post voor je gekomen’, zei ze als hij thuis kwam na een dag in de polder. Zo ging dat door, week na week.
Het toppunt van eenzaamheid…
In 1972 stond aan de Delbuursterweg het huis van de familie Jongsma, bestaande uit zes personen, te koop. Ik hoefde niet lang na te denken en kocht het perceel. Vanaf die tijd pendelde ik tientallen jaren tussen de hoofdstad en Sondel en ervaarde hoe Amsterdam voller en voller werd. Dit jaar weer twee miljoen toeristen meer…
De kleinkinderen van de familie Jongsma (die allemaal wel eens bij hun grootouders logeerden) hielden een reünie waarbij ik 35 gasten ontving die ’n hele dag ‘Gaasterland’ deden. Een aangename ontmoeting.
Van meetafaan een goede verstandhouding met mijn buren: de familie Dooper, Harmen Thibaudier, baronesse Van Heeckeren. De relatie met de huidige buren is tot op de dag van vandaag altijd prima gebleven. In Gaasterland bestaat nog steeds een gemoedelijke omgang met elkaar. Neem de vlaggen en teksten ‘Wees welkom Emma’ bij de geboorte van een kind of de feestelijkheden rond de 50ste verjaardag van een bewoner.
Hebben we allemaal niet in de hoofdstad.|
Ik woon op de 16de verdieping van een appartementencomplex, uitzicht op het Vondelpark.
Maar ik ken mijn buren amper…
Dick Walda
mei 2019