Loonbedrijf Gebr. Swart

Loonbedrijf Gebr. Swart

Martien Swart van de Jachtlustweg was één van de grotere boeren van Wijckel en één van de eerste boeren met een trekker. Dit was in die tijd vaak een auto, afgedankt voor het wegverkeer, waar dan een auto-trekker met schrep banden van gemaakt werd.
Voor zo’n auto-trekker werd vaak gebruik gemaakt van een T-Ford. Hiermee gingen ze bij de Swart(en) naar de polder en te melken op de Jerden achter Wijckel. Mevr. Swart was jong weduwe en met een groot gezin, van wel zes jongens, Yke, Auke, Gerlof, Hoppe, Henk en Durk en vier meisjes, Jantsje, Richtsje, Uilkje en Wiesje. Er moest dus wel wat gebeuren op de boerderij aan de Jachtlustweg.

De ouderlijke boerderij van de familie Swart, welke tweemaal afgebrand is en weer herbouwd.

Naast de melkkoeien had men varkens. Voor de varkens werd er met de Guldner van 18 pk wei gehaald in een tank bij het melkfabriek van Sloten.
Anne Haringsma uit Wijckel was bevriend met Hoppe en als Hoppe eraan kwam rijden kon Anne aan het geluid van de trekker horen dat Hoppe eraan kwam met de Guldner en dan ging Anne naar de bourren en ging dan vaak even mee, een ritje naar Sloten om wei te halen bij de melkfabriek.

De jongens Yke, Auke, Gerlof, Hoppe, Henk en Durk konden niet allemaal boer worden op de ouderlijke boerderij, dus naast de boerderij werd er in het varkenshok een loonbedrijf begonnen. De meisjes deden veelal het boerenwerk en de jongens het loonwerk. Uilkje was één van de meisjes die het langst thuis mee werkte op de boerderij in Wijckel. Dit tot aan haar trouwen aan toe.

Optocht in Wijckel met Yke en Reino op de Fordson Blauwe Reiger met daar achter twee wagens met muziekkanten van Melodia.
Van rechts voor naar links achter: Bauke Groenhof, Johannes Wagenaar, Hoppe Swart en Henk Swart.

Hier een aantal trekkers van het Loonbedrijf met een kraan er bij. Bij de Swart(en) had men een verscheidenheid aan trekkers, zo had men in gebruik: een Fordson Blauwe Reiger, een Farmall D30, een Farmall M en Later werden er nog twee Farmall M’s gekocht, maar de laatste twee Farmall’s zijn niet zo lang gebleven, een John-Deere A, een Hanomag R35, een Buck een Ford Major en een Guldner van 18 PK. Later kwamen de rode Guldner’s van de G serie.
Yke was eigenlijk de monteur van het loonbedrijf, Auke ging de boer op en haalde het werk binnen samen met broer Gerlof. Hoppe was de kraanmachinist op de Loman draadkraan, waar later een grotere kraan voor in de plaats kwam, een H.M. draadkraan. Henk was de trekker chauffeur op de Hanomag, Johannes Wagenaar op de Ford-Major, Bouke Groenhof was eerst trekker chauffeur op een Farmall en daarna op de John-Deere A. Toen de John-Deere op was kreeg Bouke de Buck.

Hoppe met de Loman draadkraan aan het kunstmest lossen in Balk bij foeragehandel Rintsje Mulder, later het Handelscentrum.
Hoppe aan het mest laden met de H.M. draadkraan, Bouke Groenhof bij de Farmall M.

Uit de vriendenploeg van de gebroeders Swart hebben ook weer maten van hen bij het loonbedrijf gewerkt en op de boerderij als arbeider.
Vooral in het voorjaar en de zomer met het boerenwerk bij de boeren rondom Wijckel, en werk in de Flevopolder, stro persen in opdracht van de directie van de Domeinen van de rijksdienst van de IJsselmeer polders. Dit in de Oostelijke helft van de polder, hier waren toen nog geen boerderijen. De kavels waren een kilometer lang, het stro werd op de wagen geperst met een New-Holland 78 pers. Om in de Flevopolder te komen moest men over Kampen rijden, zij deden dit met een Austin busje in de kleuren van korfbalclub DTG. Men ging met een ploeg medewerkers via de Noordoostpolder, wat nog een grote rietvlakte was, via Kampen en men kwam dan bij Roggebodsluis de Flevopolder in, want de Ketelbrug was er nog niet.
Men perste er met drie trekkers met persen. Was het stro gebeurd dan begon het bietenkoppen rijden. Men had een oude blauwe lijndienst bus zonder motor die met een trekstang achter de trekker mee naar de polder ging om in te schaften en voor opslag van touw en onderdelen. De bus heeft ook wel in het land op de Jerden gestaan om in de herfst met slechter weer in te schuilen. Veel schooljeugd deed vakantiewerk bij de Swart(en). Vooral rijden op de bouw tussen de pers en de openbare weg. Eén van de jongens van het eerste uur was Gerben Breimer uit Sloten die later de zwager van Henk werd.
Op Zaterdagavond met de ploeg in Kampen aan bij de snackbar aan om patat, ijs en zure haring. Yke was gek op ijs. Als het buikje vol was dan naar de bar om bier. Daar hadden de mannen veel bekijks in de overal, brede riem om en klompen of laarzen aan. Voor de stadse lui van Kampen de boertjes van bûten. Maar zo raakten de jongens wel aan een vriendin, ze gingen trouwen, de deur uit en kwamen op een boerderij van hun schoonvader.

Bouke Groenhof en Henk Swart op de trekker aan het gras laden met de Farmall 430 D.
Bouke Groenhof aan het mest rijden met de Farmall M.

Hoppe werd boer in Tjalleberd daarna in Warns. Auke werd in 1956 boer in Wijckel op de boerderij van Knilles Lootsma die melkboer in Sloten werd, waar nu Frans Bruinsma woont. Auke bleef nog wel bij het loonbedrijf werken en had de Guldner van 18 PK bij hem op de boerderij in gebruik. Toen Auke in 1961 naar Oudemirdum ging te boeren, op de boerderij van zijn schoonvader Visser hield Auke op met het werk voor het loonbedrijf en nam Gerlof het werk van Auke over.
Durk kwam ook als werknemer bij het loonbedrijf in dienst toen hij van de Ulo kwam. Henk en Frouwkje werden boer tegenover de ouderlijke boerderij, waar Uilke Bangma woonde en met boeren stopte. Die ging naar Lemmer en werd daar buschauffeur bij de ZWH. Nu woont Oebele Anema er. Na twee en een half jaar komen Henk en Frouwkje op de ouderlijke boerderij. Gerlof woonde aan de Menno van Coehoornweg no. 16, waar nu Jan Veeken woont. Toen Knilles Lootsma in mei 1965 stopte werd Gerlof met zijn vrouw Antsje melkboer in Sloten. Mevrouw Swart kwam te wonen aan de Menno van Coehoornweg in de woning waar Gerlof en zijn vrouw uit kwamen.

Veel Wijckelers hebben bij loonbedrijf Swart gewerkt. Zowel als vakantiewerk, los- of vast werk, zoals o.a.: Jan Noorman Wijckel, Jappie Groenhof Wijckel, Fekke Hornstra Wijckel, Menno Wagenaar Wijckel, Ine de Vries Wijckel, Ine nam voor zichzelf altijd koffie mee in een vijf liters benzine kannetje en zomerdag had Ine een melkbus met limonade mee voor de jongens. Ine zat in het Austin busje met de rug tegen de bestuurders stoel, en Herman van der Goot Harich, als loonwerker. Age Schilstra Sondel en Hendrik Stegenga Sondel als loonwerker en later melkrijder, Titte Zandstra Sondel, Obe Slippens Balk en Anne de Haan Wijckel melkrijder. Johannes, de zoon van Hendrik Stegenga, kraanmachinist en melkrijder, hij heeft nu de autosloperij in Wijckel.
Verder werkte Wouter de Vlugt Wijckel en Wieger Steegenga uit Wijckel bij de Swart(en), vaste medewerker van het eerste uur was Rommert de Vries van de Noed bij Sint-Nicolaasga. In die tijd had iedere werknemer van het loonbedrijf een hele brede leren riem om, die steun in de rug gaf. Deze riemen kwamen van schoenmaker van der Goot uit Witmarsum, een oud Wijckeler. De MC Cormick persen kwamen in houten kratten aan bij Dolle in Balk, waar ze na aan komst in mekaar gezet werden. De New Holland persen kwamen van Huisman uit Pingjum.

Veel van de mannen hadden ook een “bijnaam” Yke werd Pieter genoemd. Age was de muts. Hoppe werd Bouwe genoemd. En Ine de Vries had de bijnaam Ine Halolou.
De Swart(en) deden in de winter veel voor de ijsbaan, zoals het water op de ijsbaan pompen. Daarvoor werd de kleine groene Guldner van 18 PK voor de pomp gezet. Als er dan sterk ijs was werd de Guldner weer ingezet, want voorop zat ook een sneeuwschuiver, om thuis het erf sneeuwvrij te houden en zo ook de ijsbaan in het Wijckeler bos.

Hoppe aan het persen met de New Holland motorpers met een Allis-Chalmer motor voor de aandrijving van de pers. De New-Holland motorpers werd het meest gebruikt in Gaasterland of bij de boeren in de Brekkenpolder

Ik kwam als jongen ook wel bij de Swart(en), want die trekkers dat was prachtig, met Herman Kramer zand rijden met een Guldner uit Ruigahuizen en bietenkoppen lossen in het land, dan mocht ik rijden, machtig met zo’n grote Guldener en met Titte Zandstra mee te melk rijden in de Hanomag, een ex leger auto of met Durk Swart mee in de Unimog te melk rijden. Ben ook wel met Yke mee geweest om met gasbranders scheuren in de ijsbaan warm te maken zodat ze dan weer mooi dicht vroren. Ook deden de Swart(en) veel voor DTG, de korfbal club. Als er een uitwedstrijd was gingen ze met het Austin busje naar de wedstrijd, waar acht personen in mochten en 12 personen in mee gingen.
Als er politie was dook iedereen onder de bank.

Austin bus welke bij de Swart(en) in gebruik was om naar het werk in de  Flevopolder te gaan. En natuurlijk in de weekenden voor de korfballers van DTG  De Austin was in de groen met crème kleur van DTG, De Tûke Gooiers. Bij de Swart(en) was men erg sociaal, veel clubs en verenigingen konden een beroep doen op de Swart(en).

 

Rechts: Penne standaard, relatie geschenk

In 1965 werden er twee Fucks draadkranen gekocht voor het ruilverkavelings-werk in de gemeente Lemsterland, waar Durk op één van de kranen machinist werd. Eind jaren 60 werd het loonbedrijf afgebouwd. Toen er werd gestopt met het loonbedrijf hield Yke nog twee Fucks draadkranen voor de verhuur. En een giertank met een pers waar nog wel eens een klusje mee gedaan werd. Durk bleef kraanmachinist en werd ook melkrijder. Pinne Veltman Sondel, kwam na zijn diensttijd bij de Swart(en) als melkrijder. De Buck werd geleverd door Buck dealer Huisman uit Pingjum, die ook de persen leverde. Bouke Groenhof was meestal de vaste trekker chauffeur op de Buck en heeft de Buck gekocht toen het loonbedrijf stopte. Zijn zoon Brugt op Tjerkgaast heeft de Buck nog steeds in zijn bezit.
Na dat Geert Klootwijk in Sondel stopte met de melkrit naar het melkfabriek van Lankhorst Osingahuizen, later Nestle, heeft Hielkema uit Harich de melkrit nog verzorgd, maar die had ook al een rit naar het fabriek in Balk en twee ritten was wat teveel van het goede en zo kwam directeur Petter van de fabriek van Osingahuizen bij Yke met de vraag of Yke de melk bussen van de boeren uit Gaasterland naar Osingahuizen kon vervoeren.
En zo kreeg Yke de melkrit naar Osingahuizen en moesten er melkwagens komen. De Fucks draadkranen werden verkocht aan loonbedrijf Volbeda en Zuiderbaan in Harich.
Eén van de New-Holland persen werd door veehouder Oenema in Wijckel overgenomen en kwam later bij zoon Fedde terecht. Durk werd na de verkoop van de kranen vast melkrijder bij broer Yke. Het was een grote melkrit met melkbussen van de boeren uit Gaasterland. Er werd eerst met twee trekkers gereden later kwam er een nieuwe Unimog en een gebruikte Hanomag ex-Duitse legerwagen. De Unimog had 35 PK en met twee volle melkwagens kon ie het alleen trekken in de vijfde versnelling.
Als de bussen leeg waren kon de Unimog wel in de hoogste versnelling. Doordat de melktank kwam en er steeds meer kleine boeren stopten bleef er op laatst één melkrit naar Osingahuizen over en werd Durk kraanmachinist bij de gebroeders Altenburg in Heeg. Yke bracht met een DAF vrachtwagen met aanhang de melkbussen naar het melkfabriek in Osingahuizen samen met Pinne Veltman uit Sondel dit tot 1979, toen het melkfabriek dicht ging voor de melkaanvoer in bussen en alleen open bleef voor de RMO tankmelk.
De melkbussen van de Gaasterlandse boeren werd na die sluiting in Osingahuizen voortaan  naar de Nestle fabriek in Scharsterbrug gebracht. Yke zijn zoon Lammert hielp ook wel mee, hij haalde met de kleine melkwagen achter de Ford-4000 de melkbussen van de boeren van Ruigahuizen op. Bij Yke thuis werden die dan overgeladen op de grote melkwagen.

Toen Yke op de tankauto bij Mink in Scharsterbrug kon komen koos Yke hier voor, want de melkbussen verdwenen rap uit het straatbeeld en dan had Yke weer werk voor de toekomst tot aan zijn pensioen. Pinne heeft nog een poosje de melkbussen naar Scharsterbrug gebracht, maar doordat steeds meer boeren in de tank gingen melken werd de melkrit van Yke Swart samengevoegd met de melkrit van Herman ten Klooster uit Bakhuizen.
Die haalde de melkbussen van de boeren rondom Koudum en Bakhuizen op. Ten Klooster kreeg de laatste boeren uit Gaasterland die nog melk in de melkbussen aanleverden erbij. Pinne was de laatste melkrijder bij Yke en de DAF melkauto werd verkocht aan Fokke Noppert in Scharsterbrug toen er werd gestopt met de melkrit.
De Draco melkwagen belande aan de overkant van de Afsluitdijk en zelf heb ik nog de kleine melkwagen in het hok. In Yke zijn oude stalling is Martien Swart zoon van Henk en Frouwkje eind jaren tachtig een garagebedrijf begonnen waar in de jaren 90 een nieuwe garage met woning is verrezen.

Yke is melkbussen aan het laden bij Willem Eppinga in Sondel, met de Hanomag, de Unimog of de DAF.
Het oude varkenshok waar het loonbedrijf van de gebroeders Swart in gehuisvest was en dat na het beëindigen van het loonbedrijf nog stalling was voor Yke zijn Unimog en Hanomag. En later voor de Ford 4000 en de DAF melkauto. Na het stoppen van de melk rit begint Martien Swart van Henk en Frouwkje een garagebedrijf in het pand.
Oomzegger van Yke Swart, Jacob Kiestra uit Rottefalle met Yke mee in de zomer van 1982, melk op halen bij Henk en Frouwkje Swart in Wijckel.
Yke zijn laatste werkdag bij transportbedrijf Mink in Scharsterbrug.

Dit stukje historie werd mede mogelijk gemaakt door:

 Doede Deinum, Sondel.
 Gerben Breimer, Wijckel.
 Henk en Frouwkje Swart, Wijckel.
 Histoarysk Wurkferbân  Gaasterlân, Balk.
 Jeltje Swart, Wijckel.
 Johan Groenewold, Balk.
 Joke Reitsema Visser, Oudehaske.
 Mink transportbedrijf, Scharsterbrug.
 Pietsje Groenhof, Wijckel.
 Rein Swart, Warns.
 Siep Kiestra, Rottevalle.
 Sjouwe Leffertstra, Sloten.
 Tieneke Gijzen, Wijckel.

 Samensteller: Melle van der Goot, Ruigahuizen.

Mei 2021