Met veel tijd moet je toch een hobby hebben

Met veel tijd moet je toch een hobby hebben

Molenbouwer ,,Lytse Gradus"uit Wyckel

Het is een trend van deze tijd geworden stil te staan bij de gedachte ,,wat ga ik doen als ik gepensioneerd ben?  ”Toch valt bij velen te horen dat dat toch echt een zorg voor later is. ,,Eerst moet ik nog…” en ,, als ik eenmaal…”zijn veel gehoorde kreten.
Als het dan zover is zitten deze lieden met de handen in het haar. Ze hebben nooit geleerd om te gaan met veel vrije tijd. Sommigen hebben echter van jongsaf een hobby  gehad, die op latere leeftijd zorgt voor een plezierige besteding.
Een van deze mensen is ,,lytse Gradus”, de molentjesmaker” van Wyckel. Nu, bijna 74 jaar, heeft hij al zoveel succesvol geknutseld, dat zijn molens, maar ook andere voorwerpen, bij veel mensen over de gehele wereld in huis of tuin staan.

Lytse Gradus – Gerhardus Samplonius zoals hij werkelijk heet – en zijn vrouw Murkje zijn uiterst tevreden met hun leventje in het kleine huisje enkele kilometers buiten Wyckel. De tuin staat vol met allerhande windmolentjes, ronddraaiende scheepjes op ingenieuze constructies en politieagentjes met zwaaiende armen.

Binnen in het huisje staan de kamers vol met molens, die gemaakt of gerestaureerd worden. Links en rechts staan kleine karretjes, de rolbakken, waar kinderen vroeger vaak mee rondreden, tafeltjes in alle maten en vormen en tegeltableautjes. Ook staat er tussen de verzameling af en toe een miniatuur van een ouderwets gebruiksvoorwerp, zoals een houten kaasschaaf en een tot in details  uitgewerkte ,,kakdoos”. 
Alles gemaakt met, zoals het een echte hobbyist betaamt, het eenvoudigste gereedschap. Alleen de boor is sinds kort elektrisch. Voor het overige gebruikt Gradus de figuurzaag, hamer, schroevendraaier en beitel. Achter in een klein schuurtje is zijn werkplaats. 

Gradus Samplonius voor zijn woning

Een hokje van twee bij nauwelijks anderhalve meter blijkt voldoende om deze hobby uit te kunnen oefenen. Een potkacheltje verwarmt de ruimte. Als Murkje de koffie klaar heeft rammelt in het kleine werkplaatsje een zelfgeknutselde bel, die Gradus met touwtjes, een pannendeksel en  klepel heeft gemaakt.

Eenzaam

Voor het ontstaan van deze hobby moet volgens Gradus ver in het verleden teruggegrepen worden. Geboren in Hooibergen, een klein gehucht bij Sondel, leefde Gradus op een boerderij, die toen zo achteraf stond dat – vooral in de winter –  een voorbijganger bekeken werd als iemand van een andere planeet. ,,We waren haast mensenschuw, zo eenzaam was het daar.”

In die tijd, toen er nog geen televisie was en de radio langzaam in opkomst was, was het een noodzaak in de boerengezinnen op de lange winteravonden iets om handen te hebben. Ieder had zo z´n eigen bezigheden. Overdag was Gradus boerenknecht bij een andere boer, omdat het gezin teveel kinderen had om allen op de boerderij-met-tweeëntwintig-koeien aan het werk te zetten. 
Ook heeft hij een tijd gewerkt op de molen van Sondel en Balk. Uit die tijd stamt zijn liefde voor molens. ,,Ik was molenaarsknecht. Daar leerde ik hoe een molen in elkaar zat. Later werd deze molen aangepast met een dieselmotor, maar dat trok me allesbehalve aan. Ik was niet zo technisch wat motoren betreft. Nu bestaan deze twee molens niet meer. Althans,  niet meer in de echte versie.
Ik heb ze nagemaakt in klein formaat. Precies zoals ze er toen uitzagen.”

Op 24-jarige leeftijd trouwde Gradus met Murkje en kocht een klein boerderijtje met acht koeien. Achter het huisje een hooiberg en wat grond er omheen. En dat voor de somma van zevenduizend gulden. Hij kreeg twee zonen, waarvoor hij in de avonduren dieren figuurzaagde en karretjes maakte.

Pensioen

Toen Gradus zestig jaar werd hield hij op met werken. De tijd was aan hemzelf, zodat hij volop zijn knutselhobby in praktijk kon brengen. Van het houtbedrijf van Douwe Sytsma uit Balk kreeg hij regelmatig afvalhout om de molentjes en anderen houten voorwerpen te maken.

,, Ik heb in de afgelopen veertien jaar tientallen molens gemaakt. Spinnekoppen, Achtkanters en andere typen. Ook ronddraaiende speeltjes als auto’s of zeilbootjes op een rad. Het mooiste werk vond ik toch de molens. Het is best moeilijk de wieken zo te maken, dat de glooiing de wind op de beste manier opvangt. Al met al is de hobby zo’n  succes geworden, dat mijn molens nu al in Nieuw Zeeland zijn, Engeland, de Verenigde Staten, België, Duitsland en Schotland staan. 
De mensen vonden ze zo mooi, dat ze de molens kochten en voor een hoge vervoersprijs meenamen naar de verre landen.” Inmiddels zijn er ook al ,,bestellingen”binnengekomen voor kerststalletjes, die Gradus maakt van afvalberkehout. Veel plezier heeft de kleine , rondborstige man ook in het precies nabouwen van ouderwetse gebruiksvoorwerpen. 
De kinderstoel, of de ,,kakstoel” zoals Gradus het noemt, is tot in de kleinste details nagemaakt; bewegende deurtjes, klepjes die open en dicht kunnen. Kortom, zoals het toen was. Een soort sjoelbakje met in het midden tientallen kleine spijkertjes blijkt een kaasschaaf uit grootmoeders tijd te zijn.

Materiaal en gereedschap

Als Gradus vertelt over de wijze, waarop hij de molens en andere attributen maakt, blijkt hij er één van de oude stempel te zijn. Jarenlang was zijn enige gereedschap het normale assortiment, dat iedereen in zijn schuurtje heeft liggen voor huis-tuin-en-keuken reparaties. Hij gebruikt altijd afvalhout of nutteloos materiaal.

,,Op een dag kwam mijn zoon binnen met het idee, dat ik een eclectische boor moest hebben. De eerste vier weken, dat dat apparaat in mijn schuurtje stond heb ik het niet aan durven raken. Ik was er bang voor. Ook heb ik eens een cirkelzaag gekregen. De allereerste keer dat ik een smal latje wilde zagen, raakte het cirkelzaagblad drie vingers. 
Het hele huis zat onder het bloed. Dat onding is meteen mijn huis weer uitgegaan”, zegt Gradus met een krachtige stem, terwijl hij zijn vingers laat zien, met grote littekenen waar de zaag langs is gegaan. Behalve de elektrische boor gebruikt Gradus dus nu alleen maar het gewone gereedschap. ,, Dat is voldoende “, zegt hij. Daar kan ik alles mee doen.

Het meeste plezier heeft Gradus in het maken van dingen voor kinderen. ,,Ik word levenslustig als ik voor hen iets kan knutselen, waar zij blij mee zijn. Vaak stoppen hier voor het huis auto’s met kinderen, die even willen zien wat ik gemaakt heb.
Deze hobby geeft me veel wat ik in mijn leven nodig heb. “

Bron: Sneeker nieuwsblad.  
Januari 1980