Mysterieuze steen van Sondel
In de ijstijd zijn er uit de Scandinavische landen veel gesteenten naar de lage landen geschoven. Zo ook in ons Gaasterland met zijn vele heuvelruggen en dalen. Zo zijn er in onze omringende dorpen enkele grote zwerfkeien gevonden en uitgegraven. De grootste kei wordt dan in het dorp op een grote sokkel geplaatst.
Volgens de overleveringen zou er in Sondel ook een grote zwerfkei moeten liggen en wel in de terp van Willem de Vries.
Op de Sondeler Bil treft iedereen iedereen en onder het genot van een pilsje wordt er veel zin en onzin verhandeld. Zo raakte Willem een keer aan de praat met Kerst Bangma en Sietse Faber en kregen ze het ook over een grote zwerfkei die nog in de terp moest liggen en zo’n ding lag daar ook maar wat, zou het niet beter zijn om die grote steen in Sondel te “pronk” te zettenvlak bij de hoefstal. Zo’n grote kei kan iets meer hebben dan de muur van Peter en Ida.
Nadat de avond vorderde en het gerstebier rijkelijk vloeide, werden de verhalen sterker en de zwerfkei werd ook alsmaar groter en groter.
En welk een grote telescoopkraan er wel niet moest komen om de kei naar boven te takelen. Kortom in de bouwvak had Sietse de kraan vrij en dan zo rond eind juli zou Kerst met de kraan op de terp aan het graven gaan. Willem had intussen de Fam. Bootsma gesproken dat hij op zoek was naar een grote kei en hen gevraagd of de kraan ook wel even op hun landgoed mocht graven. Dat was geheel geen probleem want Harry Bootsma houd van alles wat met oud te maken heeft. Ook heeft Willem ondergetekende gevraagd om een paar foto’s te schieten van de opgraving.
Kerst was direct na het melken begonnen te graven. Eerst maar achter het huis van Jan en Vera, want waar de grote kei precies lag wist men niet. Maar dat er een grote lag was volgens de overlevering wel zeker. Terwijl Willem en zoon Thies de afrastering tussen hun en Harry opruimden verplaatste Kerst bakken vol zand en kleileem. Hij groef soms wel tot zo’n drie meter diep. Iemand zei dat als hij nog even dieper ging we de chinezen een hand konden schudden. Onderwijl kwamen er steeds meer mensen een kijkje nemen zo van wat is hier te beleven. Jan Mous en buurman Theo (bekend als de piraat) kwamen ook even om het hoekje kijken. Jan vond dat de happer erg dicht bij het nieuwe huisje van Vera kwam. Eén verkeerde beweging en het hele potebekappershuisje van Vera lag tegen de vlakte wat Jan zorgvuldig had ingericht voor Vera.
Volgens Kerst als zeer ervaren kraanmachinist kan hij op de millimeter nauwkeurig werken, dus Jan moest zich maar niet druk maken.
Een enkele keer schraapte de bak van de kraan over een kei en deze werd dan voorzichtig naar boven gehaald maar te klein bevonden.
Er zijn 3 keien naar boven gehaald met een doorsnee van 80cm, toch ook niet onaardig. Deze keien liggen tot dusver nog achter de boerderij van Harry. Mieke kwam ook even kijken. Zij wist van haar vader dat er in de terp een grote kei moest liggen, maar waar precies. Het is al weer heel lang geleden.
Sietse Schaap had in zijn jeugdjaren ook wel bij een grote kei gespeeld met z’n kameraden en deze lag zowat achter het appelhof. Hij wist nog te vertellen dat de pinken van Wiebe en Cornelia zich aan de grote kei stonden te schuren. Maar toch ook daar niets gevonden.
Voor de grote vondst hadden Willem en Fetsje een koelbox met bier en frisdrank meegenomen (champagne vond Willem wat overdreven) en hier zou dan getoost worden als de grote kei boven de grond lag. Maar de avond vorderde, het was inmiddels half 10 en het begon wat te schemeren. De vondst was tot nu toe klein gesteente. Ook kwam er een oude koffieketel naar boven. Deze nam men vroeger mee naar het land waar men aan het hooien was.
Er zat koffie of thee in. De ketel werd in een theedoek gewikkeld om warm te blijven. Ook nam men dan een stuk of wat mokken mee en een homp koek. Gezellig tegen een “opper” koffiedrinken. Mieke bekeek de ketel en ja dan komen er weer even herinneringen van vroeger boven drijven. Kwart over 10 werd besloten om maar te stoppen met graven, om de volgende morgen verderop achter Kees Haringsma nog eens een stukje om te graven.
Ook hier zonder resultaat. Er was dan wel niet een grote vondst gedaan, Willem trakteerde alle aanwezigen toch maar op bier of fris na al dat gegraaf. Bijkomend voordeel, de koelbox was nadien niet zo zwaar meer.
De terp werd weer in oude staat terug gebracht en de afscheiding tussen Willem en Harry kwam ook weer op z’n plaats. Enkele weken na dit gebeuren zwellen de geruchten aan dat de zwerfkei ook wel eens bij Theo onder de groentetuin kan liggen.
Zoniet dan is het voor 99% zeker dat de kei bij Jan onder de garage ligt. In de bouwvak van 2002 wil men daar de graaf werkzaamheden hervatten. Er zal een sloop vergunning voor Jan zijn garage worden aangevraagd. De Balkster Courant maar in de gaten houden. Het lijkt ons beter voor Theo dat hij voor het volgende jaar maar turbogroenten zaait en daar wat extra koeienmest onder dan kan net voor de bouwvak alle groenten er uit.
Mocht ook daar niets worden gevonden, dan moeten we maar even verder in de literatuur duiken. Voordeel is wel dat Theo een nieuwe omgespitte tuin heeft en voor de mineraliseren van de grond zullen de groenten het jaar daarop beter groeien. Na de sloop en graverij bij Jan heeft deze dan weer een spiksplinter nieuwe garage, want Jan houdt van opgeruimd en netjes.