De zwerfkei
De steen aan de Sondelerleane
Voor een ieder die wil weten hoe die steen daar gekomen is en wat er opgebeiteld is en met wat voor een bedoeling dat gebeurd is, is hier het verhaal.
Zoals u weet zijn deze grote stenen in de ijstijd hierheen gedrukt. Helemaal uit de Scandinavische landen, tenminste dat wordt geweerd want het was voor mijn tijd. Duizenden jaren liggen ze hier al en aangezien de tijd verjaard is zijn de stenen nu van ons. Kleine, gewone, dikke, soms hele grote en zo’n grote steen staat bij ons in het weiland. En hoe kan het dat die steen daar nu recht op staat. Om daar achter te komen moeten we 48 jaar terug in onze gedachten. In 1947 en omdat ik van ’51 ben kan ik mij er eigenlijk niets meer van herinneren. Dus moet ik het van de overlevering hebben.
Mijn ouders wisten ook wel het een en ander van de steen.
Maar om dit precies te weten te komen, ben ik naar Oudemirdum afgereisd, naar een oud Sondeler.
Sjirk Bangma die hier veehouder was vertelde mij dat ze in het weiland aan het graven waren naar zand.
Toen het melkerstijd was ging hij zelf te melken maar Jan Bangma, zijn zoon en de arbeider Albert Schotanus groeven verder. Ze stuiten met hun scheppen op een kei, maar ja dat gebeurd wel vaker. Weer zo’n rotding zei Jan tegen Albert.
Se besloten om er maar een dieper gat naast te graven en de kei daar maar in te rollen. Maar daar naast was weer een kei meenden de mannen. Ze groeven verder maar zo langzamerhand kwamen ze er achter dat het geen twee of drie waren maar een hele grote kei. Nu werden ze wel erg nieuwsgierig en ze groeven de kei op om te zien hoe groot de omvang was. Dit was wel een hele grote kei vonden ze zelf.
Mevr. Heldering-Starnuman van wie Sjirk Bangma de boerderij huurde, kwam uit haar zomerhuisje dat naast de boerderij stond en er nu nog staat, om bij de mannen te kijken die daar aan het graven waren. Ze had wel opgemerkt dat er wat aan de hand was aan de gebaren te zien. Toen ze zag wat er loos was mochten ze de grote kei niet weer begraven.
Ze wilde er even over nadenken of ze ook iets met deze grote kei wilde doen.
Nadat ze hier en daar inlichtingen had ingewonnen over de mogelijkheden van zo’n groot steen zei ze; ,, die steen moet boven de grond komen en het moet een jubileumsteen worden”. Van der Velde uit Balk werd toen ingeschakeld, deze man had takelapparatuur tot zijn beschikking. Maar eerst werd er een plaat gewapend beton gegoten waarop de kei uiteindelijk moest staan.
Maar dat ging niet zomaar, er werd eerst een lange schuine sleuf omhoog gegraven waardoor de kei naar de oppervlakte zou worden getrokken. Er stonden twee lindebomen voor het zomerhuisje van Mevr. Heldering en deze werden gebruikt als anker dus de stammen werden goed ingepakt want door het trekken mochten deze bomen geen schade lijden. En Mevr. Heldering zag er op toe dat alles correct verliep en liet niets aan het toeval over.
Zo hadden ze een vast punt voor de lier en heel langzaam werd de steen naar de oppervlakte getrokken. Het ging erg zwaar en het heeft dagen en dagen gekost eer de steen boven was. Toen de steen op hoogte van het maaiveld lag werd er een stelling boven de steen gemaakt, om hem op te takelen met behulp van een Westontakel, fertelde Jan Bangma. Want de steen moest nog op de plaat met beton komen te staan. Dit ging niet helemaal zoals het moest gaan, de steen was zo zwaar zodat de stelling begon te kantelen omdat er teveel gewicht aan één kant was. Er is toen nog een lange staalkabel door de walbeschoeiing gelegd, naar een dikke eikenboom. Deze moest zorgen voor extra steun.
Maar uiteindelijk is het toch geslaagd.
De mannen wilden de steen met beton vastzetten en ze hadden de beton alvast klaargemaakt. Maar dat wilde mevr. Heldering niet. De steen moest zo natuurlijk mogelijk worden opgesteld. Een paar kleine kleien moesten als steun dienen, een paar “welpkes” zei mevr. Deze kleine stenen zijn er toen bij gezocht en zoals u op de foto kunt zien staat de steen er net zobij als ze hem toen hebben neergezet. Volgens vaklui die de steen hebben opgemeten moet deze wel een gewicht van 5 a 6 ton hebben.
Maar mevr. Heldering haar plan was nog niet klaar.Want gedreven door haar grote liefde voor het Koningshuis en wel in het bijzonder de toen aftredende Koningin Wilhelmina, moest dit een gedenksteen of een jubileumsteen worden. dit als ode aan de regeringsperiode van Koningin Wilhelmina.
Er is toen iemand uit Groningen gekomen die kennis had om met hamer en beitel de steen te bewerken. De steen was zo hard zei Sjirk Bangma dat de man om de haverklap naar de plaatselijke smederij van Homme Riemersma ging om de beitels te slijpen. Maar uiteindelijk was zijn zijn opdracht klaar. Er stond een grote W op, en daar onder stond;
Wij zijn schuldig God altijd te danken over U.En die U was Koningin Wilhelmina.
Op de zijkant stond 1898 – 1948 en verder stond op de andere kant van de steen 2 T.H. 1:3 . Ik heb dit nagekeken en het was een vertaling uit een bijbel gedeelte. Het hele karwei was nu klaar. De steen stond er nu als een jubileummonument voor het Koningshuis. Het was de bedoeling dat dit monument feestelijk onthuld zou worden, maar door tragische omstandigheden in de Heldering fam. is dit niet gebeurd. De steen staat er nu nog. Mijn vader zei vroeger toen ik nog jong was, daar ben je mooi klaar mee zo’n grote steen in het weiland. Je moet er met het maaien altijd maar omheen. Van hem had die drukte rondom die steen niet gehoeven.
Maar mijn moeder en ik waren dat niet met hem eens. Zo’n mooie steen in het weiland heeft niet iedereen. En nu wij hier zijn komen te wonen moeten we er zelf ook om heen maaien en wiersen. Maar ik doe het met plezier, want een grote kei als deze en met zo’n verhaal heeft niet iedereen om naast de boerderij. In de Leeuwarder Courant van vrijdag 14 mei 1948 stond de steen op de foto en er boven stond ,,In Sondel spreekt een steen” en dat doet de steen nu nog vandaar dit verhaal.
Ale Smink